Voor de renovatie en aanleg van spoorlijnen rondom de stad Kisumu heeft de Kenya Railways Corporation (KRC) op 5 februari onaangekondigd de gemeenschap met traangas en bulldozers verjaagd. Op het stuk land waar zij al 83 jaar verblijven zijn zo’n 500 huizen en een moskee vernietigd, waarbij één kind omkwam onder het puin. De gemeenschap leeft sindsdien in een tentenkamp onder erbarmelijke omstandigheden, zonder bescherming tegen ziektes als cholera en COVID-19, en zonder eten, medicijnen, elektriciteit of toegang tot sanitaire voorzieningen.
Na een oproep van Amnesty International in mei 2020 geldt er in Kenia een presidentieel decreet tegen huisuitzettingen tijdens de COVID-19 pandemie. Het met geweld verjagen van gemeenschappen die verblijven op openbare grond om plaats te maken voor ontwikkelingen is namelijk een bekend fenomeen in het land. De uitzetting van de Nubische gemeenschap in Kibos is daarmee een directe overtreding van dit decreet en onrechtvaardig. Daarnaast heeft de KRC bevelen van het gerechtshof van Kisumu om de uitzetting niet uit te voeren tot de zaak behandeld is door het gerechtshof naast zich neergelegd.
De Kibos Cooperation and Development Society (KCDS) verzet zich tegen deze grove mensenrechtenschendingen en mobiliseert de verjaagde gemeenschap om van zich te laten horen. Zij eisen eigendomsrecht voor een stuk land met de garantie dat zij hier veilig hun leven weer kunnen opbouwen, een onmiddellijke oplossing voor de mensonterende situatie in het tentenkamp en compensatie voor het leed dat hen is aangedaan. Het recht op huisvesting is een internationaal mensenrecht en zeker tijdens een pandemie kan het hebben van een woning het verschil betekenen tussen leven of dood.
Foto: Amnesty International. Kenya: Residents of Kibos in Kisumu County salvage their properties after their houses were demolished by the Kenya Railways.