Nu we al maanden onder het meest rechtse kabinet ooit leven voelen vele progressievelingen en radicalen zich eenzaam, bang en ontheemd. Op onze telefoons zien we wat er mis gaat in de wereld, delen we berichten en komen we in actie, maar aan het eind van de dag voelt het soms vluchtig en nooit genoeg.
Jaren zeventig
“We moeten elkaar leren kennen – elkaar zien, weten dat de mensen waarmee je samenwerkt te vertrouwen zijn, begrijpen wat de ander kan, wat je aan elkaar hebt. En dat gaat niet zomaar via een Signal-chat”, aldus de initiatiefnemer van Linkse Soep. Offline bij elkaar komen, in de buurthuizen en op andere openbare plekken, bleek immers een heel effectieve methode in allerlei protestbewegingen in de jaren zeventig. En juist nu is deze verbinding weer cruciaal.
Want we staan niet alleen, en om dat te beseffen is het kleinste gebaar al voldoende. Vandaar het nieuwe initiatief voor een ‘linkse eetclub’, gesteund door het Actiefonds. Iedere maand komen mensen van verschillende leeftijden, achtergronden en politieke stromingen bij elkaar om soep te eten, terwijl ze praten over de staat van ons land en wat we ertegen kunnen doen.
Laagdrempelig
De bijeenkomsten zijn laagdrempelig: zowel mensen met veel als geen actie-ervaring komen erop af, al is het maar om onder mensen te zijn die zich evenveel zorgen maken en bereid zijn daar iets aan te doen. Iedere keer neemt iedereen één iemand anders mee die misschien ook wel wat gemeenschap kan gebruiken, met het idee dat de soepmaaltijden uiteindelijk uitgroeien tot een groot decentraal netwerk van activisten waarmee we de komende jaren de regering het hoofd kunnen bieden.
Op de eerste bijeenkomst een paar weken terug kwamen al 25 mensen af die elkaar wisten te inspireren. Ze maakten groepen aan om met elkaar in contact te blijven en zo gestaag een solide gemeenschap van linkse mensen
Het Actiefonds is trots om Linkse Soep te steunen. Juist dit soort bescheiden ogende initiatieven zijn essentieel om een beweging op te bouwen en politieke macht te vergaren. Kortom, voor ons smaakt het naar meer.