Imago
De actievoerders werken samen met lokale groepen en activisten uit gebieden waar BP werkzaam is: onder andere inheemse groepen uit Colombia en West-Papoea. De gemeenschappen aldaar zien hun natuurlijke leefgebieden verdwijnen ten gevolge van deze verwoestende indsutrie. BP is verantwoordelijk voor een aanzienlijke bijdrage aan de opwarming en vervuiling van de aarde. Maar om hun imago op peil te houden, onderhouden grote oliemaatschappijen als BP sponsorship- banden met toonaangevende culturele instituties.
Invloeden van BP op museumbeleid
Zo werd in het British Museum na aandringen van BP op korte termijn een Mexicaans festival georganiseerd, in samenwerking met de Mexicaanse ambassade. Niet geheel toevallig bleek dat op hetzelfde moment BP in Mexico wilde meedingen in de privatisering van de oliesector. Ook bleek uit gelekte interne communicatie dat een medewerker van het museum de keuze voor het wel of niet aanschaffen van een kunstwerk – gemaakt door een groep inheemse Australische kunstenaars – eerst doorstuurde naar BP, met de vraag of zij hier geen probleem mee hadden, aangezien activisten uit deze gemeenschap zich al lange tijd verzetten tegen boringen van BP op hun grondgebied.
Succes van Art not Oil
De groep ‘To BP or not to BP?’ maakt deel uit van de Art Not Oil coalition. Door pressie van verschillende groepen aangesloten bij deze coalitie zijn er al enkele toonaangevende culturele instituties overstag; zo hebben het Tate museum en het Edinburgh International Festival een streep gezet door hun sponsoring door BP. En het Science Museum heeft een einde gemaakt aan haar samenwerking met Shell. De aanhoudende pressie van deze actiegroepen blijkt dus een efficiënte methode om de internationale olielobby aan te pakken! Het Actiefonds is blij zo’n succesvolle campagne te mogen steunen.